Getuigenis over werkplekleren
Gedurende het academiejaar 2022-2023 had ik kans om in de opleiding educatieve master in de cultuurwetenschappen deel te nemen aan het pioniersproject werkplekleren.
In dit project werd de reguliere stage vervangen door het werkplekleren. Zo spendeerde ik tussen oktober en eind mei iedere donderdag en vrijdag op school waarbij ik vier uren les per week gaf. Zo kreeg ik een unieke kans om meer voeling te krijgen met het beroep als leerkracht dan tijdens een reguliere stage. In de eerste plaats leerde ik de leerlingen waaraan ik les gaf veel beter kennen. Door een heel jaar op dezelfde momenten en aan dezelfde leerlingen les te geven, vormde ik een band met hen. Zij wisten iedere week dat hun uurtje geschiedenis op donderdag of vrijdag door mij werd gegeven. Dit zorgde voor een vaste structuur voor de leerlingen. Zo werd ik ook sneller aanzien als een echte leerkracht.
Ook de emotionele band die ik met leerlingen ontwikkelde, lijkt me een heel groot voordeel aan dit project. Ten tweede werd ik ook sneller deel van het lerarenkorps. Ik moest heel wat meer samenwerken met de vakmentoren om de alternerende lessen goed te laten verlopen. Ook stond ik via hun in overleg met de vakgroep over eventuele lesinhouden en toetsen. Ik leerde heel wat bij over wat het is om deel uit te maken van een team. Dit zijn volgens mij de twee grootste voordelen van het werkplekleren. Daarbij komt nog dat er een grotere kans is om aan de basiscompetenties te werken.
Door de dichtere band met leerlingen en collega’s leer je heel wat bij als expert, opvoeder, organisator, op vlak van communicatie, … Alle competenties die je dus in een reguliere stage moet verwerven. Deze worden via het project is dieper en tastbaarder voor de student door de diepere connectie met leerlingen en de school.